Steeds wanneer pik zijn spanning uitperst veranderd het van dag
naar nacht en van nacht naar dag. Pik wist daar klopt iets niet. Hij
kijkt nog eens naar beneden van het viaduct daar ziet hij een
mannetje staan. Die tegen hem zegt kom maar naar beneden en sla
je slag. Pikken kennende liet hij zich dat geen 2e keer zeggen.
PLOP. Nu wat kun je voor me doen vroeg Pik. De man zei dat hij
Hans was en dat Pik zijn prijsje rijk was. Hans wist van zijn verhaal,
daarvoor is hij tenslotte tovenaar of was dat nou gochelaar in ieder
geval hij wist het. Hij moest een spel meespelen wat hans gejat had
van Fred Oster. Hans zei is de lengte van deze voet.
Waarop pik zonder aarzelen antwoorde 3 VOET. Dat was het
antwoord zoals ie wezen moet riep Hans. Juist zei Pik Ja zegt Hans
en zegt Pik ,hoezo Hans. Ach roept Hans tegen Pik . Ja wat nou
zegt Pik ben ik een prijs rijk.. O dat zegt Hans. Hoe kwam deze
verwarring nu toch tot stand? De jongens wisten het niet. Hans
schaamde zich over het a-communicale gebeuren dit toch ergenis
van Pik. Aangezien Hans zacht van aard is. Steld hij Pik voor om
alles te mogen kiezen wat zijn hartje begeerde. Pik dacht "heb ik
dat". Nee zegt Hans dat is een ander programma. En hoe kon het
anders zo'n toevals treffer op het eind van het verhaal. Hans voelde
hem komen en pakte konijn al vast uit zijn hoed.
NEE, NEE roept PIK. Ik zou graag iets anders willen Hans. (Want
zij tutwaeerde elkander) Nu wat dan Pik vroeg Hans. Nu Hans ik
heb een hele lange reis achter de rug ik heb zoveel meegemaakt,
Bert ,Konijn en de anderen. Van al dat gedonder heb ik bere dorst
gekregen weet je. Ik zou wel een flesje feigling van je wille winne.
Hans kon niets anders dan.........
Waardoor Pik zijn dorst lessen kon.